Deze informatie over uitrusting en veiligheid is geschreven voor (zee)kajakkers, maar is ook relevant voor andere watersporters op groot water zoals het IJmeer. Besef je in ieder geval dat varen in de koudere maanden en op groot water andere risico’s met zich mee brengt dan varen in de nazomer of in de beschutting van IJburg.
Algemene aandachtspunten
De minimale uitrusting voor een tocht onder gunstige weersomstandigheden bestaat uit: kajak, peddel, zwemkleding, iets op het hoofd en een paar euro voor wat eten en drinken onderweg. Aangezien die omstandigheden maar zelden voorkomen, zullen we nagaan wat er komt kijken voor een dagtocht met Hollands Weer.
- Vaar altijd met tenminste drie personen. Met drie personen is het eenvoudiger om reddingstechnieken te gebruiken.
- Vaar bij elkaar in de buurt, op hoor afstand. Onder rustige omstandigheden houd je zoveel afstand dat je direct kunt helpen als er iemand in de buurt omgaat. Wanneer er golven staan pas je de onderlinge afstand aan. Behalve voor het snel kunnen uitvoeren van reddingen, is dicht bij elkaar blijven ook belangrijk voor nog niet zo ervaren kajakvaarders, zij voelen zich dan niet aan hun lot overgelaten.
-
Kijk regelmatig om. Zo kun je oplopende schepen signaleren, en zien of de groep nog bij elkaar is. Omkijken kan niet vaak genoeg gebeuren!Als er op achterblijvers is gewacht, bedenk dan dat de wachtenden hebben kunnen uitrusten, terwijl de achterblijvers grote inspanning hebben moeten leveren om weer bij de groep te komen. Laat hen even op adem komen, verlaag het tempo van de groep en laat de betreffende personen op een veilige plaats in de groep verder varen, bv. achter de voorvaarder.
- Spreek een strategie af om door gevaarlijke zone, zoals een oversteek van een vaargeul, te komen.
- Spreek signalen met elkaar af ingeval van calamiteiten. Bedenk ook dat het bereik van je alarmfluitje beperkt is (bij tegenwind ca. 30 meter)
Vaarregels
Wees op de hoogte van de basale verkeers- en voorrang regels die gelden op het water en verdiep je vooraf in het soort vaarwater en bijzondere markeringen, zoals bv boeien, vaargeulen, haveningangen, ed.
Wees goed zichtbaar, houdt zoveel mogelijk stuurboordwal (rechts), geef voorrang aan kruisende zeilboten en zo wie zo aan grote schepen van de beroepsvaart. Blijf daarom bij voorkeur uit de vaargeul of steek deze via de kortste route over. Vaar als groep compact en laat duidelijk en op tijd zien wat je koers en plan is en hoe je voorrang verleent of juist je koers en snelheid aanhoudt.
De belangrijkste vaarregels vindt je op varen doe je samen (regels voor roeiers zijn gelijk aan die voor de kano).
Het boekje “Kano-Vaarregels in Nederland” is wat uitvoerige maar geeft ook een duidelijke uitleg over de relevante vaarregels. Je kan dit downloaden van de site “http://home.kpn.nl/aalbrecht” .
Verdere aanvulling is te vinden op de Facebookpagina: “Kano-Vaarregels”.
Persoonlijke uitrusting
Afhankelijk van het soort tocht kan een keuze gemaakt worden uit onderstaand overzicht.
Kleding
De volgende kledingstukken worden gedragen bij het kanoën:
- wetsuit (neopreen Long John) of drysuit
- pet/muts, zonnebril
- handschoenen, kanowanten of -moffen
- ’thermo’ (polypropyleen) hemd, ’thermo’ T-shirt, wollen trui(en), anorak
- maillot, shorts, zwemkleding, trainingsbroek, regenbroek
- sandalen, gymschoenen, neopreen laarsjes
- reservekleding (waterdicht verpakt), voor de geldende weersomstandigheden.
Kleding bij slecht weer
Uitgaande van slecht weer (regen en harde, koude wind) kunnen we ons als volgt kleden:
- Bovenlichaam – thermo hemd met lange mouwen en colkraag of wollen trui, anorak, zwemvest.
- Onderlichaam – thermo maillot of zwemkleding met daaroverheen een neopreen Long John, of wielren- of wollen trainingsbroek, of regenbroek
- Op het hoofd – neopreen of wollen muts, pet, zuidwester of capuchon
- Aan de voeten – neopreen laarsjes of wollen sokken en licht schoeisel (bij voorkeur met ruwe zool tegen uitglijden).
Een neopreen Long John (wetsuit) is een MUST bij koud weer of water!
Naarmate het weer beter wordt, kan dan steeds een laagje worden uitgedaan.
Zijn de weersomstandigheden slecht en is er tevens sprake van een lage watertemperatuur (bijv. in het najaar of voorjaar, of gewoon op een koude dag), of als je zeker weet dat je nat wordt (branding) dan is het dragen van een neopreen Long-John (met thermo of wollen trui en anorak) een ‘must’; – met een neopreen Long-John vergroot je je overlevingskansen in koud water aanzienlijk. Een dry suit met isolerende kleding eronder is bij koud weer een nog veiliger optie. Zie weer voor een handig lijstje met watertemperaturen en kledingkeuzes.
Vergeet ook je handen niet en draag kajakwanten, of mofjes op de peddel, liefst met wat langere manchetten ter voorkoming van afkoeling van de polsen en binnendringen van water door de manchetten van de anorak.
In z’n algemeenheid geldt voor kleding: kleed je zodanig dat je bij verblijf in het water (of op winderig land) een behoorlijke weerstand tegen onderkoeling hebt.
Veiligheidsuitrusting
- zwemvest
-
voldoende compartimenten (= drijfvermogen) in de kajak
-
sleeplijn
-
noodsignalen
-
waterdichte containers met EHBO-set, reparatieartikelen (o.a. watervast plakband)
-
kompas
-
lunchpakket voor een dagtocht
-
warme drank en voldoende ander drinken
-
noodrantsoen, overlevingszak (en reddingsdeken) tegen onderkoeling.
Zwemvest
Een zwemvest is een hulp om te blijven drijven, waarbij je je bovendien nog kunt bewegen, zoals zwemmen. Maar als je bewusteloos raakt, blijft je hoofd NIET boven water!
Een zwemvest werkt ook als bodywarmer: de isolerende eigenschap van het schuim in het zwemvest houdt de warmte van het bovenlichaam vast.
Het drijfvermogen ligt tussen de 6 en 8 kg.
Een ander voordeel is dat de schuimvulling je beschermt tegen uitwendig geweld (bijv. een binnensurfende kajak).
Sleeplijn
- niet op eigen kracht uit een gevaarlijke situatie kan komen (b.v. omgeslagen in een scheepvaartroute)
- de groep zodanig ophoudt dat daardoor problemen voor de groep kunnen ontstaan (b.v. opkomend slecht weer, missen van het tij)
- bij ziekte (onderkoeling e.d.)
- bij blessures (kraakpols, arm uit de kom en erger)
Noodsignalen
Overige uitrusting
- spatzeil
- pomp, hoosvat, spons
- zonnebrandolie, lippencrème
- mobiele telefoon (in een waterdicht zakje, maar wel snel bereikbaar) of marifoon
- reservepeddel
- mes
- flitslicht op het zwemvest
- geld (voor wat lekker onderweg of voor onverwacht transport)
- kaarten, horloge